De geest is uit de fles: AI heeft een plek veroverd in het klaslokaal
Jordy Lemstra is niet alleen de meester van groep 7 en 8 van basisschool St. Franciscus in Weiteveen, hij is ook meester in het gebruik van AI in zijn lessen. Die interesse komt voort uit zijn andere baan: die van bovenschools I-Coach bij Catent. Een functie die niet vanzelfsprekend was voor iemand die privé weinig heeft met ICT.
Jordy: “Ik ben helemaal niet iemand die zelf graag de nieuwste gadgets wil hebben of de laatste trends volgt. Wel zie ik ICT als een waardevolle toevoeging op de gereedschapskist die je als docent hebt. Een middel om je leerdoelen te halen. Geen doel op zich.”
Over de rol van Artificial Intelligence (AI) in het onderwijs is Jordy heel duidelijk: “Nu de geest uit de fles is moeten we nog beter nadenken over hoe we ons onderwijs willen vormgeven. Je kunt het systeem niet meer optuigen door de leerlingen dingen te laten doen die technologie in een paar seconden kan.”
Formuleren van de juiste vragen
Hoe het dan wel moet? “Door AI te gebruiken als een soort onderwijsassistent en te onderzoeken hoe je jouw onderwijs kunt versterken met behulp van AI. Een toepassing als ChatGPT is zo goed als de gebruiker. Wie AI goed gebruikt, laat niet alleen de leerlingen goed nadenken over het eindresultaat, maar doet dat zelf ook. Het gaat om het formuleren van de juiste vragen. Dat vraagt wat van de leerkracht en leerlingen. Ik zie ook dat leerlingen die taalvaardig zijn een voorsprong hebben bij het formuleren van vragen. Kinderen die hun gedachten goed kunnen verwoorden krijgen resultaten die bruikbaarder zijn. Ook kinderen die nieuwsgierig zijn komen verder met het formuleren van vragen. Het is dus goed om je daar bewust van te zijn en om de leerlingen daar ook bij te helpen. Dat doe je door samen te kijken welke vragen je kunt stellen en hoe je technologie voor je kunt laten werken.”
Gepersonaliseerde leeromgeving
Jordy gebruikt AI het liefst voor het vormgeven van een gepersonaliseerde leeromgeving. Door AI bijvoorbeeld in te zetten voor close reading, en op zoek te laten gaan naar teksten die passen bij de interesse van de leerling. Jordy: “Je kan zelfs de voornamen van de leerlingen gebruiken in het verhaal, al moet je wel opletten qua privacy. Een andere toepassing waar Jordy enthousiast over is, is de optie in vormgeefprogramma Canva om tekst om te zetten in afbeeldingen. De vergelijkbare oplossing Adobe Express biedt deze optie ook. Jordy: “Je ziet dat ook hier de kinderen dieper moeten nadenken over het eindresultaat, dat is heel mooi om te zien. Ook wijs ik ze op copyright, en welke afbeeldingen je wel en niet mag gebruiken. Ook dat is digitale geletterdheid en mediawijsheid. Dat dieper nadenken zie ik ook als ik ze zelf feedback laat vragen aan AI op bijvoorbeeld een stelopdracht. Voorheen leverden ze een verhaal in en kregen ze van mij een summiere beoordeling. Nu vraag ik ze om een tweede versie te maken op basis van de feedback van AI. Zo leren ze om zichzelf te verbeteren en zichzelf te bevragen op punten waarvan ze weten dat ze er extra aandacht aan moeten besteden.”
Diepe leerervaring
Met AI kun je echt de diepte in op het gebied van een leerervaring. Maar dat staat of valt met goede begeleiding. Een leerkracht moet echt bedenken tegen welke problemen we oplopen in het onderwijs en hoe AI daarbij kan helpen. Nu is er soms de reflex om het andersom te doen. We zagen bijvoorbeeld in coronatijd dat digitale leermiddelen massaal werden omarmd, zonder goed te kijken naar de meerwaarde. We houden enorm vast aan methodes in Nederland, ik zeg ook vaak: Nederland methodeland. Maar je moet, net als AI, een methode niet klakkeloos gebruiken, maar inzetten om een doel te bereiken. Als je dat wel doet gaat dat ten koste van het onderwijs. Kijk naar een methode als Snappet, die veel kritiek heeft gekregen. Het was een enorme hype, tot er kritiek kwam op de inhoud en nu zijn ze weer bezig aan een opmars.
Jordy pleit ervoor om voorzichtig te zijn, en niet zomaar mee te gaan met hypes: “Je ziet nu ook dat steeds meer scholen ervoor kiezen om een deel van het programma weer met niet-digitale methodes vullen. Die balans moet er ook zijn: en-en niet of-of. Iedereen weet dat er risico’s zitten aan schermtijd en dat schrijven beklijft. Maar we weten ook dat ICT een waardevolle toevoeging kan zijn aan het lesprogramma. Hoe leerkrachten omgaan met innovaties bepaalt uiteindelijk de kwaliteit van de les. En daarom is het belangrijk dat leerkrachten hiermee aan de slag gaan in de klas. En het is echt een misverstand dat oudere leerkrachten daar meer moeite mee hebben dan jonge leerkrachten. Ook jonge leerkrachten hebben nog veel in te halen. Er is echt een andere manier van denken nodig, over hoe we technologie integreren en waarom. De vraag zou moeten zijn: hoe versterk je onderwijs met technologische toepassingen? Het gaat niet om meebewegen met de volgende hype. Het gaat over verdiepingen in je programma aanbieden en kiezen voor de middelen die daarbij passen. AI is één van die middelen.”